Tonni Wormgoor nam woensdag 2 oktober afscheid van Marke Mallem als voorzitter. Zijn opvolger is Guus ten Brinke, die ook verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer van veertig hectare Berkeloever rond Eibergen. Tonni is vanaf het begin van de oprichting van Marke Mallem, inmiddels tien jaar geleden, voorzitter geweest. Tonni: “Ik ben het nog lang niet zat, maar het is nu goed het stokje over te dragen.”
Tijdens het afscheid woensdag in het botenhuis van de Berkelschippers worden natuurlijk oude herinneringen opgehaald. Samen met Alfred te Pas die aan de wieg stond van ‘het idee Marke Mallem’ en die ook enige tijd namens het waterschap als adviseur deel uitmaakte van het bestuur van Marke Mallem. Tonni: ‘Het is allemaal begonnen met de wens om bij burgers meer positieve bekendheid voor de waterschappen creëren. Voor de realisatie zocht het waterschap Rijn en IJssel contact met een aantal centrale figuren uit de Eibergse gemeenschap. Het vertrekpunt was namelijk dat het beheer en de inrichting van de Eibergse Berkeloevers zo veel mogelijk zou gebeuren in samenspraak met inwoners van Eibergen. Via Hennie Alferink werd ik er bij betrokken. Samen met Gerard Roos, voorzitter van de Eibergse Molens, werden we bij de dijkgraaf uitgenodigd voor een kennismaking. In 2009 werd Marke Mallem een feit en konden we aan de slag.” Tonni herinnert zich nog de ‘Charette’ (ontwerp-atelier)-bijeenkomst, om De Marke een push te geven. In één dag tijd werden toen, door deelnemers met totaal verschillende achtergronden, allerlei ideeën voor de inrichting van het gebied geopperd en op hun bruikbaarheid getoetst. Dat heeft geleid tot een boekwerkje met allerlei aanbevelingen. Het was de eerste stap tot de wording van Marke Mallem.
Tonni: “Dat was een buitengewoon inspirerende bijeenkomst. Al die jaren hebben we de uitkomst van de Charette er nog regelmatig bij gepakt als leidraad voor de taken van Marke Mallem. Een groot aantal van de plannen van destijds zijn inmiddels verwezenlijkt. Dan denk ik aan de onderdoorgang bij de brug over de inmiddels ‘oude’ N18. Dan denk ik ook aan de fraaie inrichting van het gebied, de belevingsnatuur. En dan denk ik aan de schaapskooi, het onderhoud dat we doen met de inzet van schapen en koeien, het behoud van karakteristieke panden in het gebied zoals de Kastanjefabriek en de watermolen en misschien wel het belangrijkst de betrokkenheid van Eibergenaren bij Marke Mallem. En zo zijn er meer voorbeelden. Allemaal wensen en vertrekpunten die destijds zijn geformuleerd.