Hakhoutbosje

Wie onder De N18 de oude Berkeltak passeert over het houten bruggetje komt in een zogenaamd hakhoutbosje. De hakhoutcultuur bestaat in ons land al sinds de middeleeuwen. Hakhoutbosje werden aangelegd om hout te kunnen verkopen of voor het dagelijkse gebruik op de boerderij: hout voor palen, gereedschap, stookhout. Eikenhakhout leverde ook run, een grondstof voor leerlooierijen. Run werd uit eikenschors gewonnen. Hakhout wordt ook wel strubbe genoemd. Hakhout werd vroeger gehakt en dus niet gezaagd. Dat gebeurde met een hiep, een soort hakmes waarmee je takken en jong hout in een snelle beweging kon kappen. Geriefhoutbosjes bestaan vaak uit hout dat goed bestand is tegen afzetten, zodat je regelmatig hout kon oogsten: zwarte els, es , berk en eik. Essen konden om de vijf tot acht jaar worden afgezet, eiken eens in de vijftien jaar. Wie trouwens geluk heeft hoort en ziet op die plek de ijsvogel die een broedplek heeft in de oude Berkeltak bij de Joodse begraafplaats.