Henny komt uit Rekken. Zijn vader was politieagent in Eibergen, Gerard ter Avest. Gerard begon zijn loopbaan in de oorlog als grens-commies in Rekken. Later werd hij benaderd door burgemeester Wilhelm of hij gemeentelijk politieagent wilde worden, voor 1000 gulden per jaar. Gerard is van 1923 tot 1959 in dienst bij de gemeente Eibergen geweest.
Henny herinnert zich Knollenbroek nog. De meeste grond daar was van Kammyer. Frederik Kammyer van boerderij Ticheloven was daar de stuwwachter. De stuk bij de molen bediende molenaar Hebels volgens Henny. Henny ging in de Berkel bij Rekken veel vissen met de hengel, samen met zijn vader. Op baars en voorntjes. Soms was er der vervelende bijvangst ‘Schel pos’, die slikte de kaak altijd vervelend ver naar binnen. Vios huurde de Berkel in Rekken tot de grens. Henny en zijn vader waren lid van visvereniging ‘t Voorntje.
Overstromingen herinnert hij zich ook nog wel. Mw. Kolthof verdronk in Rekken nadat de brug net voor de Pieperbrug er door het water uit was geslagen. Ze kwam terug van een receptie en is toen te ater geraakt en in een sloot bij ‘t Loo terug gevonden. De vrouw van de zoon van Pieper, Hanna Pieper, is ook verdronken in de Berkel. Tijdens dichte mist In Eibergen stond het water soms tot aan het gemeentehuis in de Grote straat. In Rekken werd brood via een lijn over de brug die er uit lag getransporteerd naar de andere kant van de oever. Overstromingen duurden over het algemeen zo’n een à anderhalve week. Soms beukten de ijsschotsen tegen de Pieperbrug. Je voelde de brug dan schudden. De Berkel stroomde toen ook heftiger. Je had toen de Pieperbrug, de kwekkenbrug en de Kuperbrug. Kupers was de bijnaam van boer Hoening. Maar door de verkaveling is alles veranderd.
De Berkel heeft een prominente plaats in zijn leven gehad. Als plek om te zwemmen, schaatsen en vissen. Zwemmen in de Berkel mocht eigenlijk niet, dat was te gevaarlijk. Maar ze zwommen wel vaak bij de stuw in Knollenbroek, bij het bordje verboden te zwemmen. Op die manier is de kapper van Rekken verdronken tijdens een zwempartij met een groep vrienden bij de stuw bij Knollenbroek. De vader van Henny heeft hem toen nog uit het water gehaald. In 1946 schaatsten ze met een groep over de Berkel. Henny zakte door het ijs, het was zogenaamd wind-ijs. Met een bevroren broek bleef hij toen achter terwijl de rest verder schaatste richting Borculo.
Henny herinnert zich ook nog de gezellige avonden bij de Mallumse Molen. Er was een schuurtje bij de Mallumse Molen en een grasveld. De oude Iliohan organiseerde er op zaterdag de zogenaamde molenavonden. Daar werd dan gezongen en gitaar gespeeld. Een en ander werd bekostigd met de verkoop van lootjes waarmee een grote taart te winnen was. Op mooie zomeravonden kwamen daar veel jongeren op af. Er liepen toen nog allemaal zandwegen naar de Mallumse Molen. Via ‘t Loo gingen ze op de fiets naar Eibergen.